Villa Rotonda - Verhoudingen

Palladio's proportiesysteem
In de renaissance geloofde men in de analogie tussen de proporties van de tonen en die van de zichtbare vormen. Palladio legde in zijn boek “Quattro Libri” de proporties vast waarvan hij vond dat ze toegepast moesten worden binnen de architectuur op dat moment. Daarnaast stond er in dat boek een lijst met 7 aanbevolen vormen voor vertrekken namelijk:
1. Rond
2. Vierkant
3. De diagonaalvan het vierkant als de lengte van het vertrek
4. Een vierkant en een derde, dat wil zeggen 3:4
5. Een vierkant en een half, dat wil zeggen 2:3
6. Een vierkant en twee derde,dat wil zeggen 3:5
7. Twee vierkanten ofwel 1:2

Deze lijst met aanbevolen vormen moest in deze volgorde worden afgewerkt.
Ook beschreef Palladio in zijn boek de ruimtelijke verhouding die gebaseerd waren op de muziek.

3:4 (kwart)
2:3 (kwint)
4:5 (grote terts)
3:5 (sext)
4:8 (octaaf)





verhoudingen in de trappen
langs de trappen staan muren die je omhoog sturen over de trappen. De trappen zijn even breed als het blok zelf. De verhoudingen daarin zijn 0,5 + 1 + 0,5.
De trappen dienen om het gebouw te bevestigen aan de heuvel. Wanneer de trappen er niet zouden zijn, zou het gebouw klein en laag op een te grote heuvel staan. Veel versieringen werden later aan het gebouw toegevoegd maar de beelden aan het uiteinde van de trappen zijn door palladio zelf toegevoegd.

verhoudingen Vitrivius
Volgens Vitruvius is de mens de maat der dingen. Leonardo da Vinci, die zich ook verdiepte in zijn werk, schreef daarover het volgende in zijn notities: “De architect Vitruvius zegt in zijn werk over architectuur dat de maten van het menselijk lichaam door de natuur als volgt zijn verdeeld: 4 vingers vormen samen 1 handbreedte en 4 handbreedten vormen 1 voet, 6 handbreedten vormen 1 onderarm…; en deze maten gebruikten hij bij het bouwen. De standbeelden van villa Rotonda hebben ook deze verhoudingen.

verhoudingen
Palladio zag de wetenschap van de geometrie als basis voor zijn kunst. Hij baseerde zich op Pythagoras, Plato en het neoplatonisme. Goddelijke getallen, zoals 3,4,7,12 en 40; verhoudingen uit de gulden snede en gelijkzijdige vormen vormden de basis voor een ontwerp.
De natuur werd op deze manier ook wiskundig geïnterpreteerd.
De relatie tussen villa en landschap, of eigenlijk tussen mens en natuur staat centraal.

In villa rotonda laat de biaxiaal symmetrische plattegrond de relatie met het omliggende landschap in de ruimtelijke structuur zien.

palladio ontwierp een lijst met componenten die gebruikt konden worden om verschillende combinaties te produceren. Het uiterlijk van de villa hield hij sober, zonder decoraties. De binnenkant bestonden in veelvoud uit decoraties door middel van fresco’s.

het tempelfront omlijste de hoofdingang van het gebouw en gaf de status van het gebouw en de landeigenaar weer. De trappen leidden naar de piano nobile, de belangrijkste verdieping van het gebouw. Deze lag hoger omdat het weg moest zijn van de vochtige bodem en zo kon men ook beter uit kijken over het land.

De proporties werden bepaald door numerieke series en konden per villa verschilen. Zo onstonden er ook onderlinge relaties tussen de verschillende ruimten, waarbij de centrale hal altijd het hoogste en grootste is.


De maten die palladio gebruikte stammen ook af van vitruvius. Vitruvius schreef voor waaraan goede architecten moesten voldoen en waarvan zij kennis moesten hebben. Vitruvius schreef zo ook over de maten die gebruikt moesten worden in de architectuur. De maten van het menselijk lichaam moesten gebruikt worden zoals een vinger, hand, voet en onderarm. Het karakter van de harmonie berust op symmertrie. Om een systeem te vinden van evenwichtige verhoudingen moet je uitgaan van een punt. Dit punt was vaak een zuildikte.

frontons hebben gelijke verhouding